Uit het rapport blijkt dat de musea al langere tijd te maken hebben met structurele tekorten. Ze hebben moeite om hun vaste kosten te betalen, zoals voor personeel, collectiebeheer en onderhoud van gebouwen. Ook lopen ze tegen de grenzen aan van wat ze kunnen doen met het geld dat ze nu krijgen. De visitatiecommissie adviseert de Provincie om de musea voldoende en structureel te steunen, zodat zij hun basistaken goed kunnen blijven uitvoeren.
Tekorten verkleinen
Om de musea hierin tegemoet te komen heeft de Provincie besloten om in 2025 eenmalig € 1,5 miljoen beschikbaar te stellen. Elk museum krijgt € 500.000. Dit geld komt uit de reserves van het beleidskader ‘Cultuur en erfgoed voor iedereen’ en is opgenomen in de Voorjaarsnota 2025. De musea hebben zelf ook al stappen gezet, zoals het verhogen van entreeprijzen, het besparen op personeel en het inzetten op een bredere financieringsmix. Toch is extra steun nodig om hun werk goed te kunnen blijven doen.
Structurele oplossing in het verschiet
De Provincie onderzoekt nu hoe de steun vanaf 2026 structureel kan worden gemaakt. Dit gebeurt in het kader van de nieuwe Museumvisie, die eind 2025 aan de Staten wordt voorgelegd. Daarin wordt gekeken naar een oplossing om de stijgende kosten van de musea op lange termijn op te vangen. Zo wil de Provincie ervoor zorgen dat de musea hun belangrijke culturele rol kunnen blijven vervullen.