VENRAY - De staatssecretaris moet opnieuw bekijken wat de mogelijke gevolgen zijn van grondwateronttrekking aan een voormalige luchtmachtbasis in de gemeente Venray. Daarna moet hij een nieuw besluit nemen op een bezwaar dat een bezorgde milieuvereniging indiende. Dit beslist de rechtbank Oost-Brabant.


Onder voormalig luchtmachtbasis De Peel is een drainagesysteem aangelegd dat sinds 1956 in werking is. Met een gemaal wordt het teveel aan grondwater opgepompt en geloosd op het oppervlaktewater. De start- en landingsbaan zijn sinds 1993 niet meer in gebruik. Toch wordt het grondwater nog steeds opgepompt. Volgens de milieuvereniging beschikt Defensie, eigenaar van het terrein, echter niet over de benodigde natuurvergunning voor dit systeem en het gemaal. Zij verzocht de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur om handhavend op te treden. De staatssecretaris wees dit verzoek en vervolgens een bezwaar daartegen van de milieuvereniging af. Daarop stapte de vereniging naar de rechter.

Volgens de milieuvereniging draagt de grondwateronttrekking bij aan de slechte hydrologische situatie in het Natura 2000-gebied Deurnsche Peel & Mariapeel en moet dit daarom worden beperkt. Zij stelt dat de staatssecretaris onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt dat met andere passende maatregelen verdere verslechtering kan worden voorkomen.
De staatssecretaris voert aan dat de grondwateronttrekking op de voormalige luchtmachtbasis wel degelijk vergund is. Daarbij wijst Defensie er op dat het stopzetten van de drainage leidt tot onherstelbare beschadiging van de landingsbaan en de parallelbaan.

Oordeel

De rechtbank oordeelt dat er geen natuurvergunning nodig is voor de drainage en het gemaal op het terrein. De drainage en het gemaal zijn al sinds 1956 in gebruik. De locatie is sindsdien niet verplaatst, er is geen wijziging geweest in het doel of de werking van het systeem of het gemaal en ook na vervanging van de pompen in 2020 is de drainage ongewijzigd voortgezet. Dit betekent dat sprake is van een volledige overeenstemming met het project waarvoor in 1991 een zogeheten Hinderwetvergunning is verleend. De staatssecretaris was dan ook niet bevoegd om tot handhaving over te gaan.

Dit neemt niet weg dat er het nabijgelegen natuurgebied sprake is van een (dreigende) verslechtering. Het is nu onduidelijk wat de omvang is van de drainage en wat de gevolgen zijn voor de grondwaterstanden in de Peel. Omdat sprake is van een (dreigende) verslechtering van de aanwezige habitats in de Peel, moet de staatssecretaris passende maatregelen treffen. Als hij de drainage onder de landingsbanen niet wil staken als passende maatregel, terwijl dat wel zou kunnen, moet hij inzichtelijk maken dat dit niet de enige passende maatregel is en als dat zo is, waarom een beperking geen onderdeel hoeft uit te maken van de maatregelen die wel worden getroffen. De staatssecretaris krijgt hiervoor zes weken de tijd.